Bekommernissen ronde tafel arbeidszorg

Lees hier het standpunt van arbeidszorg Vlaanderen over gemeenschapsdienst.



De gelekte passage uit de Vlaamse onderhandelingsnota over gemeenschapsdienst doet de gemoederen weer hoog oplaaien. Logisch, want wars van alle wetenschappelijke inzichten, blijft men zich vastklampen aan de idee ‘voor wat hoort wat’. Het is immers al voldoende bewezen dat gemeenschapsdienst in landen waar het werd ingevoerd, weinig tot geen effect heeft op de arbeids(re)integratie van inactieven. Het lijkt een symbool dossier te zijn geworden dat een antwoord moet bieden op het tanende solidariteitsgevoel bij de werkende, die zich afvraagt hoe lang het nog haalbaar is de circa 300.000 werkzoekenden en 100.000 leefloners te onderhouden, zeker wanneer ons bericht wordt dat het aantal langdurig zieken in België (+ 12 maand) de kaap van 400.000 heeft overschreden.

En toch zou het meer kunnen zijn dan een symbooldossier.


Als de gemeenschapsdienst aan een aantal voorwaarden voldoet, kan het wel degelijk een positief effect hebben. Het kan mensen immers uit hun isolement halen, hun leven zin geven en structuur en hun maatschappelijke betrokkenheid vergroten. Daardoor betekent het ook een meerwaarde voor de maatschappij: het bevordert sociale cohesie, en het houdt mensen gezond(er), wat dan weer een positief effect heeft op de medische uitgaven. Maar aan welke voorwaarden moet deze gemeenschapsdienst dan voldoen?

Allereerst heeft gemeenschapsdienst pas zin heeft voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt: de werklozen met een Medisch, Mentale, Psychische, Psychiatrische Problematiek (MMPPS). Voor de anderen bestaat immers al een groot arsenaal van maatregelen, zoals maatwerk,   Lokale Diensteconomie, diverse vormen van werkplekleren, die hun nut al lang bewezen hebben.

Dat betekent ook dat er moet gekeken worden naar de noden van de doelgroep. Het hoeft niet te verbazen dat de MMPPS doelgroep te kampen heeft met diverse problemen, die hun participatie aan de arbeidsmarkt en de samenleving in de weg staan. Belangrijk is dus dat deze noden in kaart worden gebracht, dat er een antwoord wordt op geboden en dat de nodige begeleiding wordt voorzien om ze weg te werken.

Bovendien moet er ook een divers aanbod van activiteiten worden aangeboden die enerzijds maatschappelijk nuttig moet zijn maar die anderzijds ook geen betaalde arbeid mag verdringen. Als de activiteit weinig maatschappelijk nut heeft zal ze weinig bijdragen om de arbeidsmarktpositie van de persoon in kwestie te versterken, als ze erg maatschappelijk relevant is, bestaat het gevaar op verdringing van betaalde arbeid. Dit gevaar wordt uiteraard wel kleiner bij inactieven met een zeer grote afstand tot de arbeidsmarkt, wiens economisch rendement eerder beperkt is. Een divers aanbod aan arbeidsmatige activiteiten moet dus toelaten op maat te werken van de inactieve.

Een grote uitdaging voor de nieuwe Vlaamse regering zou je denken om deze voorwaarden in te vullen?

Niets is minder waar. Deze emanciperende vorm van gemeenschapsdienst voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt bestaat immers al meer dan 20 jaar en heet arbeidszorg. Arbeidszorg is de methodiek waarbij personen die niet, niet meer of nog niet op de betaalde arbeidsmarkt terecht kunnen, onbetaalde arbeid verrichten en waarbij ze intensief worden begeleid zowel op vlak van arbeid als van zorg. Met zijn 7.562 arbeidszorgmedewerkers in Vlaanderen is het al lang geen marginale sector meer. En met een breed spectrum aan maatschappelijk zinvolle arbeid, verspreid over heel Vlaanderen, heeft arbeidszorg het potentieel om nog meer mensen een plaats te geven op de arbeidsmarkt.

Dus, toekomstige Vlaamse regering, waar wacht je op? Over een quick win gesproken!

Niet vertrouwd met het fenomeen van arbeidszorg? We lichten het graag toe!


www.arbeidszorg.be